Aanvullingen bij Module 20: Vectoren en matrices

Aanwijzingen bij de opgaven

Opgave 20.1 (blz. 256):
Gebruik de procedure type (blz. 114); vergeet evalm niet!
Kijk ook eens wat lprint geeft.

Opgave 20.2:
Ga na of de berekende cos j tussen -1 en 1 ligt. Zo niet, dan hebt u een verkeerde formule of een verkeerde norm gebruikt. Zie §20.7.
Antwoord bij (1): afstand is 3Ö3; hoek is p/3.

Opgave 20.5:
Geef de matrix (B - 4I3)(B2 - 4B + I3) de naam C.
U moet dan nagaan voor welke waarde(n) van a C de nulmatrix is. Daarvoor moet cij = 0 voor alle i en j. (Zie ook §20.1)

Opgave 20.6:
Definieer S als een lijst van functies (dus op de " -> "-manier).
Maak een procedure IP zodat IP(f,g) het inproduct van f en g oplevert (denk er aan dat u een locale variabele x nodig hebt).
Zie §20.3 hoe u nu de matrix snel met uw IP kunt maken.


Terug naar [ aanvullingen ]
Terug naar informatie voor de [studierichting...]
Adri van der Meer
Last modified: Tue Feb 25 16:20:58 CET 2003